De COTIF

Partijen bij het Verdrag COTIF

Partijen bij het Protocol bij het Verdrag COTIF 1990 r.

 

Het Verdrag inzake het internationale spoorwegvervoer (COTIF)

van 9 Mei 1980 r. (Dz.U. 1985 Nee. 34, Item. 158)

Consolidatie van de 3 Juni 1999 r. (Dz.U. 2007 Nee. 100, Item. 674)

 

Namens de Poolse Republiek

PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK VAN POOLSE

publiekelijk bekend:

Op 3 Juni 1999 r. werd opgesteld in Vilnius Protocol tot wijziging van het Verdrag inzake het internationale spoorwegvervoer (COTIF), ondertekend te Bern op 9 Mei 1980 r. (Protocol 1999), De volgende:

 

Titel I. Algemene Bepalingen

 

Artikel 1.

 

Intergouvernementele organisatie

§ 1. Partijen bij dit Verdrag vormen, aangezien de lidstaten, Intergouvernementele organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF), hierna "de Organisatie".

§ 2. Bern is de zetel van de Organisatie. De Algemene Vergadering kan beslissen om haar over te dragen naar een andere plaats is gelegen in een van de lidstaten.

§ 3. De Organisatie heeft rechtspersoonlijkheid. Met name heeft de capaciteit om krimpen, verwerven en te vervreemden roerende en onroerende goederen, maar ook een gerechtelijke procedure.

§ 4. Organisatie, leden van haar personeel, benoemd door zijn deskundigen en vertegenwoordigers van de lidstaten genieten de voorrechten en immuniteiten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun functies, onder de voorwaarden bepaald in het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de, gehecht aan het Verdrag.

§ 5. De betrekkingen tussen de Autoriteit en de staat, op het grondgebied waarvan zij is gevestigd, beheerst door een Zetelovereenkomst.

§ 6. De werktalen van de Organisatie is het Engels, Frans en Duits. De Algemene Vergadering kan de invoering van andere werktalen.

 

Artikel 2.

Doel van de Organisatie

§ 1. De organisatie wil ter bevordering van algemene, stroomlijnen en te bevorderen het internationale spoorwegverkeer, met name:

een) uniforme rechtsstelsels van de volgende gebieden van het recht:

1. overeenkomst voor het vervoer van passagiers en goederen in het internationale directe trein, in combinatie met een adjuvans en andere middelen van vervoer is het onderwerp van een enkel contract,

2. contract voor het gebruik van rijtuigen, als een middel van vervoer in het internationale spoorwegverkeer,

3. contract voor het gebruik van de infrastructuur in het internationale spoorwegverkeer,

4. vervoer van gevaarlijke goederen in het internationale spoorwegverkeer;

b) overwegende dat de maatschappij is in het bijzonder, bijdragen tot de verwijdering in de kortst mogelijke tijd, barrières van de kruising in het internationale treinverkeer, voor zover komen overeen als de oorzaken van deze belemmeringen voor de staat;

c) dragen tot de verwezenlijking van de interoperabiliteit en de technische harmonisatie in de spoorwegsector, door de uitvoering van technische normen en de aanneming van uniforme technische voorschriften;

d) vaststelling van een uniforme procedure voor de aanvaarding van technische spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in het internationale verkeer;

en) het toezicht op de toepassing van alle bepalingen en aanbevelingen die in het kader van;

f) vaststelling van uniforme rechtsstelsels, regels en procedures, bedoeld in onderdeel. A tot E teneinde de ontwikkeling van wet, Economie en Technologie.

§ 2. De organisatie kan:

een) overeenstemming met de doelstellingen die in § 1 de ontwikkeling van andere uniforme rechtsstelsels;

b) vaststelling van een kader, waarin de lidstaten zich kunnen ontwikkelen andere internationale verdragen, bevorderen, stroomlijnen en te bevorderen het internationale spoorwegverkeer.

Artikel 3.

Internationale samenwerking

§ 1. De lidstaten verbinden zich ertoe de internationale samenwerking op het gebied van de spoorwegen zich in de regel binnen de organisatie en in de mate dat dit verenigbaar is met de taken, die voortvloeien uit artikel. 2 ik 4. Daartoe, De lidstaten nemen alle noodzakelijke maatregelen en om die te bereiken, aan de multilaterale internationale overeenkomsten en verdragen aan te passen, waarbij zij partij zijn, de mate waarin deze verdragen en overeenkomsten over internationale samenwerking op het gebied van de spoorweg, en het resultaat van deze bevoegdheden aan andere intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, die samenvallen met de taken die de Organisatie.

§ 2. De verplichtingen die voortvloeien voor de lidstaten om § 1, die tevens lid zijn van de Europese Unie en de landen die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geen voorrang ten opzichte van de verplichtingen van deze landen als leden van de Europese Unie of een staat die partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel 4.

Ontvangst en overdracht van de

§ 1. Volgens het besluit van de Algemene Vergadering, De organisatie is bevoegd, als onderdeel van de doelstellingen van artikel. 2, om banen te accepteren, financiële middelen en verplichtingen van andere intergouvernementele organisaties, die kan worden overgedragen op grond van overeenkomsten met deze organisaties.

§ 2. De organisatie kan, door een besluit van de Algemene Vergadering, taken delegeren aan andere intergouvernementele organisaties, financiële middelen en verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten met de organisaties.

§ 3. Met de toestemming van het Comite van Beheer, De organisatie kan nemen administratieve functies, die verband houden met haar doelstellingen en die zijn toevertrouwd door de lidstaat. Organisatie kosten in verband met de overname van deze functies zullen worden gedragen door de lidstaat.

 

Artikel 5.

De specifieke verplichtingen van de lidstaten

§ 1. De lidstaten verbinden zich ertoe alle passende maatregelen om te nemen en het internationale spoorwegverkeer te versnellen. Daartoe, elke lidstaat, zoveel mogelijk, verbindt zich ertoe:

een) elimineren onnodige procedures,

b) vereenvoudiging en harmonisatie van de formaliteiten voor,

c) vereenvoudiging van de grenscontroles.

§ 2. Om te vergemakkelijken en te verbeteren internationale spoorwegverkeer, De lidstaten verbinden zich ertoe te bevorderen om de hoogst mogelijke mate van eenvormigheid van de regels te bereiken, procedures en methoden van de organisatie van rollend materieel, treinpersoneel, rail infrastructuur en ondersteunende diensten.

§ 3. De lidstaten verbinden zich tot het sluiten van overeenkomsten tussen infrastructuurbeheerders te bevorderen om de internationale spoorwegverkeer te optimaliseren.

Artikel 6.

Uniforme Regelen

§ 1. Als verklaringen of claims niet zijn gemeld of ingediend, overeenstemming met artikel. 42 § 1, eerste zin, De internationale trein communicatie en erkenning van rollend materieel voor gebruik in internationaal verkeer is:

een) "Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst van internationaal spoorwegvervoer van reizigers per spoor (CIV)", aangehecht als Bijlage A bij dit Verdrag,

b) "Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst van internationaal vervoer van goederen per spoor (CIM)", bijgevoegd als bijlage B bij dit Verdrag,

c) "Regels betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen (RID)", bijgevoegd als bijlage C bij dit Verdrag,

d) "Uniforme Regelen inzake contracten voor het gebruik van voertuigen in het internationale spoorwegverkeer (CUV)", bijgevoegd als bijlage D bij dit Verdrag,

en) "Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst inzake het gebruik van de infrastructuur in het internationale spoorwegverkeer (IN)", Bijlage E bij het Verdrag,

f) "Uniforme Regelen betreffende de verbindendverklaring van technische normen en het aannemen van eenvormige technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in het internationale verkeer (APTU)", in bijlage F bij het Verdrag,

g) "Uniforme Regelen betreffende de technische toelating van spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in het internationale verkeer (ATMF)", bijgevoegd als bijlage G bij dit Verdrag,

h) andere gestandaardiseerde juridische systemen ontwikkeld door de Organisatie op grond van artikel. 2 § 2 branden. een, ook als bijlage bij dit Verdrag.

2. Uniforme Regelen, En wettelijke systemen als vermeld in § 1, en wijzigingen daarvan, vormen een integrerend onderdeel van dit verdrag.

Artikel 7.

De definitie van "Verdrag"

De volgende bepalingen van de zinsnede "het Verdrag" heeft betrekking op de Conventie, Protocol, als bedoeld in artikel. 1 § 4 en de bijlagen in de artikelen. 6, met hun bijlagen.

Titel II. Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 8.

Het nationale recht

§ 1. In de interpretatie en toepassing van het Verdrag moet rekening worden gehouden met de aard van het internationaal recht en de noodzaak om de eenheid te bewaren.

§ 2. In zaken die niet in in het Verdrag is van toepassing van het nationale recht.

§ 3. "Nationale wetgeving": het recht van de Staat, waarin de rechthebbende zijn rechten doet gelden, waaronder collisieregels.

Artikel 9.

Rekeneenheid

§ 1. Rekeneenheid bedoeld in de bijlagen, is het bijzondere trekkingsrecht, gedefinieerd door het Internationaal Monetair Fonds.

§ 2. De waarde in bijzondere trekkingsrechten van de nationale munteenheid van een Staat die lid is van het Internationaal Monetair Fonds wordt bepaald door de wijze van berekening wordt gebruikt door het Internationaal Monetair Fonds voor zijn eigen verrichtingen en transacties.

§ 3. De waarde in bijzondere trekkingsrechten van de nationale munteenheid van een niet-lid van het Internationaal Monetair Fonds wordt bepaald als aangegeven door de staat. Berekening moet in de nationale munteenheid een reële waarde, zo dicht mogelijk bij de waarde, dat wordt bereikt met § 2.

§ 4. Voor een lidstaat, geen lid van het Internationaal Monetair Fonds, waarvan de wetgeving staat niet toe dat het gebruik van § 2 lub § 3, rekeneenheid die in de bijlagen worden geacht gelijk aan een waarde die overeenkomt met de drie gouden franken. Het goud frank wordt gedefinieerd door 10/31 gram goud met een gehalte 0,900. De omrekening van de goudfrank in de nationale munteenheid moet worden uitgedrukt in de nationale munteenheid een reële waarde, zo dicht mogelijk bij de waarde, dat wordt bereikt met § 2.

§ 5. Binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van het Verdrag en in ieder geval, verander de vertaalmethode, of de waarde van zijn munt ten opzichte van de nationale eenheid van de rekening, Staat stelt de Secretaris-Generaal van hun wijze van omzetting als bedoeld in § 3 of de omzetting waarde in overeenstemming met § 4. De Secretaris-Generaal geeft deze informatie aan de lidstaten.

§ 6. De waarde uitgedrukt in rekeneenheden wordt omgerekend in de nationale munteenheid van de Staat, die een rechterlijke instantie oordeelde beslag. In overeenstemming met de waarde van de munt op een rechterlijke beslissing of de datum die door de partijen.

 

Artikel 10.

Aanvullende bepalingen

§ 1. Voor de uitvoering van de Uniforme Regelen CIV en de Uniforme Regelen CIM, twee of meer lidstaten of van twee of meer vervoerders kunnen aanvullende bepalingen vaststellen; Maar ze kunnen niet afwijken van de Uniforme Regelen.

§ 2. Aanvullende bepalingen, bedoeld in § 1 van kracht en gepubliceerd op de wijze voorgeschreven door wet-en regelgeving van elk land. De secretaris-generaal in kennis wordt gesteld van de bepalingen van andere landen en de datum van inwerkingtreding. De Secretaris-Generaal stelt de lidstaten van deze kennisgevingen.

Artikel 11.

Wettelijk Depot

Heeft u om een ​​aanbetaling om rechterlijke toetsing van de proceskosten gebracht onder de Uniforme Regelen CIV veilig te stellen, De Uniforme Regelen CIM, Uniforme Regelen CUV of de Uniforme Regelen CUL

Artikel 12.

Uitvoering van beslissingen. Klassen

§ 1. Met, wanneer de uitspraak van de bevoegde rechter krachtens de bepalingen van dit Verdrag in de aanwezigheid van de partijen of in verzuim afdwingbaar zijn onder de wet worden toegepast door de rechter, afdwingbaar in elk van de andere lidstaten om de formaliteiten bedoeld in de Staat, waar de tenuitvoerlegging. Herziening van het geschil is niet ontvankelijk. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op gerechtelijke schikkingen.

§ 2. § 1 is niet van toepassing te oordelen over de haalbaarheid van slechts van tijdelijke aard, alsmede arresten van, die door het ontslag van de petitie van de schade van de eiser zasądzają Naast de kosten.

§ 3. Vorderingen uit hoofde van het vervoer onder de Uniforme Regelen CIV en Uniforme Regelen CIM, ten gunste van een transportbedrijf uit een ander transportbedrijf, niet die behoort tot dezelfde lidstaat, mag alleen worden aangebracht op grond van een vonnis van de gerechtelijke autoriteiten van de lidstaat, die behoort tot het bedrijf dat eigenaar is van de vordering, worden vastgesteld.

§ 4. Vorderingen uit hoofde van de overeenkomst onderworpen aan de Uniforme Regelen CUV of CUI Uniforme Regelen mag alleen worden aangebracht op grond van een vonnis van de gerechtelijke autoriteiten van de lidstaat, die behoort tot de bezittende bedrijf beweert bezette.

§ 5. Rollend materieel kan in beslag worden genomen op het grondgebied van andere dan de lidstaat, waarbij de houder is vastgesteld, uitsluitend op basis van een vonnis van de gerechtelijke autoriteiten van die staat. De term "houder":, die zijnde de eigenaar of gemachtigd om, continu op basis van zelffinanciering rollend materieel als een middel van vervoer.

 

Titel III. Structuur en activiteit

Artikel 13.

Bodies

§ 1. De activiteiten van de Organisatie wordt verzorgd door de volgende instanties:

een) De Algemene Vergadering,

b) Comite van Beheer,

c) Audit Commissie,

d) Commissie van Deskundigen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (Comm Ekspertów RID),

en) Facilitation Commissie spoor,

f) Commissie van technisch deskundigen,

g) Secretaris-generaal.

§ 2. De Algemene Vergadering kan andere interim-commissies voor specifieke taken.

§ 3. Bij het bepalen van het quorum in de Algemene Vergadering en de comites vermeld in § 1 branden. c om f geen rekening gehouden lidstaten, die geen stemrecht hebben (kunst. 14 § 5, kunst. 26 § 7 lub kunst. 40 § 4).

§ 4. Voorzitterschap van de Algemene Vergadering, begeleiding in de Administratieve Commissie en de algemeen secretaris, in principe worden toegekend aan onderdanen van verschillende lidstaten.

Artikel 14.

De Algemene Vergadering

§ 1. De Algemene Vergadering bestaat uit alle lidstaten.

§ 2. De Algemene Vergadering:

een) zijn eigen reglement van orde,

b) benoemt de leden van het Comite van Beheer en plaatsvervangend lid voor elke lidstaat en sets, die belast is met de leiding (kunst. 15 §§ 1 doen 3),

c) verkiezing van de secretaris-generaal (kunst. 21 § 2),

d) stellen betreffende de werkzaamheden van het Comite van Beheer en de secretaris-generaal,

en) vastgesteld zes, het maximale bedrag, we kunnen bereiken de uitgaven van de begroting in elke periode (kunst. 25); of lijkt, voor een periode van ten hoogste zes jaar, richtlijnen om deze kosten te verminderen,

f) besluit om overdracht van de zetel van de Organisatie (kunst. 1 § 2),

g) Besluit in te voeren andere werktalen (kunst. 1 § 6),

h) kiest voor een uniform de Organisatie van andere mogendheden (kunst. 4 § 1) en bevoegdheden te delegeren aan een andere organisatie van de intergouvernementele (kunst. 4 § 2),

ik) eventueel, Besluit andere tussentijdse commissies vast te stellen voor specifieke taken (kunst. 13 § 2),

j) sets, of de staat de positie moet worden beschouwd als een stilzwijgende uiting van zal terugtrekken uit het Verdrag (kunst. 26 § 7),

k) Besluit de financiële controle toe te vertrouwen aan een andere lidstaat, dan het land van verblijf (kunst. 27 § 1),

de) beslist over zaken van voorstellen tot wijziging van het Verdrag (kunst. 33 § 2 ik 3),

m) beslist op een verzoek tot lidmaatschap ingediend bij de Algemene Vergadering (kunst. 37 § 4),

n) beslist over de voorwaarden voor de toetreding van de regionale organisatie voor economische integratie (kunst. 38 § 1),

de) beslist over zaken die een aanvraag ingediend voor de vereniging (kunst. 39 § 1),

p) beslist over de ontbinding van de Organisatie en de eventuele overdracht van haar taken aan andere intergouvernementele organisaties (kunst. 43),

q) beslist over elke andere kwestie op de agenda.

§ 3. De secretaris-generaal roept de zittingen van de Algemene Vergadering om de drie jaar of op verzoek van een derde van de lidstaten of van de Administratieve Commissie, evenals in de gevallen bedoeld in artikel. 33 § 2 ik 3 en de artikelen. 37 § 4. De lidstaten zenden een ontwerp-agenda, ten minste drie maanden voor de opening, overeenkomstig de voorwaarden vastgelegd in het Reglement van Orde, bedoeld in § 2 branden. een.

§ 4. De Algemene Vergadering bereikte een quorum (kunst. 13 §3), als het vertegenwoordigde een meerderheid van de lidstaten. Een lidstaat kan zich laten vertegenwoordigen door een andere lidstaat; Echter, men kan de staat niet meer dan een andere staat,.

§ 5. Bij het stemmen op de Algemene Vergadering over de amendementen op de bijlagen bij het Verdrag, De lidstaten, een verklaring hebben afgelegd om de bijlage op basis van artikel. 42 § 1, De eerste taak, hebben geen stemrecht.

§ 6. De bepalingen van de Algemene Vergadering bij meerderheid van stemmen van de lidstaten, waarvan de vertegenwoordigers zijn bij de stemming aanwezig, behalve, bedoeld in § 2, branden. en, f, g, h, L en P en de artikelen. 34 § 6, die vereisen een tweederde meerderheid. Voor, bedoeld in § 2 In Litera) tweederde meerderheid is alleen vereist als, bij de behandeling van voorstellen tot wijziging van het Verdrag zelf, met uitzondering van. 9 ik 27 § 2 doen 10 en Protocol, als bedoeld in artikel. 1 § 4.

§ 7. In overeenstemming met de meerderheid van de lidstaten, De secretaris-generaal nodigt u uit deel te nemen aan, in een adviserende, zittingen van de Algemene Vergadering:

een) Staten die geen lid van de Organisatie, en

b) internationale organisaties en verenigingen die relevant zijn voor de problemen met betrekking tot de activiteiten van de organisatie of zich bezighouden met vraagstukken op de agenda.

Artikel 15.

Comite van Beheer

§ 1. De Administratieve Commissie bestaat uit een derde van de lidstaten.

§ 2. De leden en plaatsvervangers en de lidstaat, het uitvoeren van de functie, worden benoemd voor drie jaar. Samenstelling van het comite wordt voor elke periode, met bijzondere aandacht voor een billijke geografische verdeling. Plaatsvervangend lid, die een lid van het Comite in de periode, aangewezen als lid van het Comite voor de komende periode.

§ 3. In het geval van een vacature of schorsing van een lid van de stemrechten of in de afwezigheid van een lid op twee achtereenvolgende vergaderingen van het Comite, die niet bevoegd een ander lid om hem te vertegenwoordigen in overeenstemming met § 6, plaatsvervangend lid benoemd door de Algemene Vergadering haar functie uitoefent in de rest van.

§ 4. Behalve voor, bedoeld in § 3, Geen enkele lidstaat kan een deel van het Comite niet te vormen voor meer dan twee volledige opeenvolgende periodes.

§ 5. Commissie:

een) zijn eigen reglement van orde,

b) een overeenkomst aangaat met de gevestigde,

c) personeel van het statuut bepaalt,

d) Gelet op de bevoegdheid van de kandidaten en billijke geografische verdeling, benoemen hoge ambtenaren van de Organisatie,

en) stelt regels voor de financiën en boekhouding van de,

f) goedkeuren van het werkplan, begroting, rapport en de financiële afwikkeling van de,

g) sets, een overeengekomen financiële afwikkeling, uiteindelijke belang van de lidstaten in overeenstemming met artikel. 26 gedurende twee opeenvolgende kalenderjaren en het bedrag van het voorschot als gevolg van de lidstaten, overeenstemming met artikel. 26 § 5, voor de huidige en volgende kalenderjaar,

h) Organisatie stelt doelen vast voor alle lidstaten, of slechts in enkele lidstaten, , alsook de kosten, dat in verband met hen draagt ​​de lidstaten (kunst. 26 § 4),

ik) het bedrag van specifieke heffing (kunst. 26 § 11),

j) geeft speciale richtlijnen voor de financiële controle (kunst. 27 §1),

k) het goedkeuren van de overname door de Organisatie van de administratieve functies (kunst. 4 § 3) en op het bedrag van de financiële aanspraken die van een Lid-Staat,

de) De lidstaten rapporteren over de activiteiten, financiële resultaten en de genomen besluiten en aanbevelingen,

m) een verslag over zijn activiteiten en voorstellen voor zijn lidmaatschap van het nieuwe kantoor, en stuurt deze aan de lidstaten, de laatste twee maanden voor de zitting van de Algemene Vergadering, te bepalen door Committee (kunst. 14 § 2 branden. b),

n) houdt toezicht op de prestaties van de secretaris-generaal,

de) houdt toezicht op de correcte toepassing van de secretaris-generaal van de Conventie en de uitoefening door de secretaris-generaal van de besluiten van andere overheden; Daartoe kan het comite nemen passende maatregelen om de toepassing van de Conventie en de bovengenoemde besluitvorming te verbeteren,

p) een met redenen omkleed advies uit over aangelegenheden die de activiteiten van de organisatie te maken en aan hem door een lidstaat of de secretaris-generaal,

q) het oplossen van geschillen tussen een lidstaat en de secretaris-generaal met betrekking tot zijn functies als depositaris (kunst. 36 § 2),

r) beslist over aangelegenheden betreffende het verzoek om opschorting van het lidmaatschap (kunst. 40),

§ 6. Quorum commissie osiąga, als het vertegenwoordigde twee derde van zijn leden. Een lid kan zich laten vertegenwoordigen door een ander lid; Echter, kan een lid niet meer dan een lid.

§ 7. Bepalingen van de commissie bij meerderheid van stemmen van de leden, die bij de stemming aanwezig.

§ 8. Het comite komt bijeen op de zetel van, tenzij, elders. Notulen van de vergadering worden verstuurd naar alle lidstaten.

§ 9. Voorzitter van het comite:

een) vergaderingen van het comite ten minste eenmaal per jaar, of op verzoek van een vierde van zijn leden of de secretaris-generaal,

b) aan de leden van het Comite van de ontwerp-agenda,

c) deals met, de omvang en onder de voorwaarden van het reglement van orde Comite, dringende zaken, die zich tussen de vergaderingen.

d) tekende een zetelovereenkomst, bedoeld in § 5 branden. b).

§ 10. Het Comite kan, het kader van hun bevoegdheden, eisen dat de president tot bepaalde specifieke taken uit te voeren.

Artikel 16.

Commissies

§ 1. Commissies, als bedoeld in artikel. 13 § 1 branden. c doen f i § 2 bestaat in principe van alle lidstaten. Als het Audit Committee, RID-deskundigen of Commissie van technisch deskundigen te overwegen en te beslissen, het kader van hun bevoegdheden, over wijzigingen in de bijlagen bij het Verdrag, De lidstaten, een verklaring hebben afgelegd met betrekking tot de bijlage in overeenstemming met artikel. 42 § 1, eerste zin, geen lid zijn van de bevoegde commissie.

§ 2. De secretaris-generaal roept de commissie op eigen initiatief of op verzoek van de vijf lidstaten, of op verzoek van het Comite van Beheer. De Secretaris-Generaal zendt de ontwerp-agenda van de lidstaten uiterlijk twee maanden voor de opening van de vergadering.

§ 3. Een lidstaat kan zich laten vertegenwoordigen door een andere lidstaat; Echter, men kan de staat niet meer dan twee andere staten.

§ 4. Elk van de lidstaten in het comite heeft recht op een stem. Een voorstel wordt aanvaard, als het aantal stemmen "voor" is:

een) ten minste een derde van de lidstaten vertegenwoordigd zijn in de stemming, en

b) meer dan het aantal stemmen "tegen".

§ 5. In overeenstemming met de meerderheid van de lidstaten, De secretaris-generaal nodigt u uit deel te nemen aan, in een adviserende, vergaderingen van comites:

een) Staat, geen lid zijn van de Organisatie,

b) De lidstaten, die geen lid zijn van de commissie,

c) Internationale organisaties en verenigingen in kwesties met betrekking tot de activiteiten van de organisatie of zich bezighouden met vraagstukken op de agenda.

§ 6. Op elke vergadering, of voor een bepaalde periode van de comites die kiest een voorzitter en een of meer vice-voorzitters.

§ 7. De procedure deel uitmaakt van de werktalen van de Organisatie. De essentiële elementen van de toespraak op de vergaderingen in een van de werktalen wordt vertaald in andere talen van de. Conclusies en besluiten worden vertaald in hun geheel.

§ 8. Minuten zijn een samenvatting van de vergadering. Conclusies en besluiten zijn opgenomen in volledige. Als het aankomt op beslissingen, toepassing zal zijn voor de Franse tekst. De notulen worden verzonden naar alle lidstaten.

§ 9. Commissies kunnen werkgroepen, belast met de ontwikkeling van specifieke problemen.

§ 10. Commissie stelt haar eigen reglement van orde.

Artikel 17.

De Audit Commissie

§ 1. De Audit Commissie:

een) besluit, overeenstemming met artikel. 33 § 4, van de voorstellen tot wijziging van de Conventie,

b) overwegen, overeenstemming met artikel. 33 § 2, toepassingen, worden ingediend bij de beslissing om de Algemene Vergadering.

§ 2. De Audit Commissie kwam tot een quorum, Wanneer u aanwezig zijn in de meeste lidstaten (kunst. 13 § 3).

Artikel 18.

Comm Ekspertów RID

§ 1. RID Commissie van Deskundigen beslist, overeenstemming met artikel. 33 § 5, van de voorstellen tot wijziging van de Conventie.

§ 2. Comm Ekspertów RID osiąga QUORUM, aanwezig zijn wanneer een derde van de lidstaten (kunst. 13 § 3).

Artikel 19.

Commissie vergemakkelijking van de rail

§ 1. Commissie vergemakkelijking van de rail:

een) geeft advies over alle zaken die met de overschrijding van de grenzen te vergemakkelijken in het internationale spoorwegverkeer.

b) aanbevolen normen, methoden, procedures en praktische regelingen voor het vergemakkelijken van het internationale spoorwegverkeer.

§ 2. Commissie vergemakkelijking van de rail bereikt een quorum, aanwezig zijn wanneer een derde van de lidstaten (kunst. 13 § 3).

Artikel 20.

Commissie van technisch deskundigen

§ 1. Commissie van technisch deskundigen:

een) neemt beslissingen, overeenstemming met artikel. 5 Uniforme Regelen APTU betreffende de verbindendverklaring van technische normen voor spoorwegmaterieel, gebruikt bij internationaal vervoer,

b) neemt beslissingen, overeenstemming met artikel. 6 Uniforme Regelen APTU van het aannemen van eenvormige technische voorschriften van de bouw, Werkzaam, onderhoud of beheer van de spoorweginfrastructuur apparatuur in het internationale vervoer użytkowanymi,

c) toezicht op de toepassing van uniforme technische normen en technische voorschriften met betrekking tot spoorwegmaterieel voor het internationaal vervoer per spoor, en controleert hun groei op de goedkeuring en goedkeuring in overeenstemming met de procedures, als bedoeld in artikel. 5 ik 6 Uniforme Regelen APTU,

d) opgelost, overeenstemming met artikel. 33 § 6, van de voorstellen tot wijziging van de Conventie,

en) leidt alle andere zaken, haar zijn toevertrouwd in overeenstemming met de Uniforme Regelen APTU en ATMF Uniforme Regelen.

§ 2. Commissie van technisch deskundigen te bereiken quorum (kunst. 13 § 3), wanneer zij aanwezig zijn vertegenwoordigers van een van de andere Lid-Staten in de zin van. 16 § 1. Indien de Commissie een besluit over de bepalingen in de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU, hebben geen stemrecht, de lidstaten, die volgens artikel. 35 § 4 ingediend bezwaar over de relevante bepalingen van of een voorbehoud gemaakt in overeenstemming met artikel. 9 § 1 van de Uniforme Regelen APTU.

§ 3. Commissie van technisch deskundigen kan goedkeuren technische normen of aannemen van uniforme technische voorschriften, of weigeren zijn goedkeuring of aanvaarding; De Commissie kan in geen geval wijzigingen aanbrengen om ze te.

Artikel 21.

De secretaris-generaal

§ 1. De Secretaris-Generaal treedt op als het secretariaat van de.

§ 2. Secretaris-generaal verkozen, de Algemene Vergadering voor drie jaar, met meer dan twee keer herkozen.

§ 3. In het bijzonder, De secretaris-generaal:

een) voert de taken van depositaris (kunst. 36),

b) De organisatie is buiten,

c) te sturen naar de lidstaten de besluiten van de Algemene Vergadering en haar commissies (kunst. 34 § 1 i kunst. 35 § 1),

d) zin draagt ​​het door de andere organen van de,

en) onderzoekt de voorstellen van de lidstaten, de wijziging van het Verdrag, met indien nodig de hulp van deskundigen,

f) roept de Algemene Vergadering van de sessies en commissievergaderingen (kunst. 14 § 3; kunst. 16 § 2),

g) naar voren tijdig de nodige documenten aan de lidstaten om vergaderingen van de organen,

h) een werkplan te ontwikkelen, ontwerp-begroting en het verslag over de activiteiten van de organisatie en legt deze ter goedkeuring voor aan het Comite van Beheer (kunst. 25),

ik) binnen de goedgekeurde begroting, beheert het financieel beheer van de,

j) op verzoek van de belanghebbende partijen, wordt, in het aanbieden van goede diensten, geschillen tussen hen, die voortkomen uit de interpretatie of toepassing van het Verdrag,

k) Op verzoek verlenen alle betrokken partijen een oordeel over geschillen die in verband met de interpretatie of toepassing van het Verdrag,

de) uitvoeren van de taken die haar krachtens titel V van dit Verdrag,

m) ontvangt berichten van de lidstaten, internationale organisaties en verenigingen, als bedoeld in artikel. 16 § 5, en bedrijven (dragers, infrastructuurbeheerders, ITP.) deel te nemen in het internationale spoorwegverkeer, en eventueel, doorsturen naar de andere lidstaten, internationale organisaties en verenigingen en bedrijven,

n) beheert het personeel van de Organisatie,

de) te zijner tijd, lidstaten op de hoogte van een vacature in de Organisatie,

p) op de hoogte houden en publiceren van een lijst van lijnen, als bedoeld in artikel. 24.

§ 4. De secretaris-generaal kan aan eigen initiatief, voorstellen tot wijziging van het Verdrag.

Artikel 22.

Personel Organizacji

Rechten en plichten van het personeel personeel van het statuut vastgesteld door het Comite van Beheer, overeenstemming met artikel. 15 § 5 branden. c).

Artikel 23.

Bulletin

§ 1. De organisatie publiceert een bulletin met daarin de officiële mededelingen en andere informatie, die nodig en nuttig zijn voor de toepassing van het Verdrag.

§ 2. Eventueel, Berichten, waarvoor transmissie is op grond van de Conventie over de secretaris-generaal kan in de vorm van een mededeling in het bulletin.

Artikel 24.

Lijsten lijn

§ 1. Rederijen en binnenvaart, als bedoeld in artikel. 1 Uniforme Regelen CIV en de artikelen. 1 De Uniforme Regelen CIM, die voert een harde, uitgifte, in aanvulling op vervoer per spoor, enkel contract, gesloten twee lijsten:

een) lijst van de lijnen van de zee en binnenwateren CIV,

b) lijst van de lijnen van de zee en binnenwateren CIM.

§ 2. Spoorwegen van de lidstaat onder het voorbehoud gemaakt in overeenstemming met artikel. 1 § 6 Uniforme Regelen CIV of overeenkomstig. 1 § 6 De Uniforme Regelen CIM worden opgenomen in overeenstemming met dien verstande, in twee lijsten:

een) CIV lijst van spoorlijnen,

b) CIM lijst van spoorlijnen.

§ 3. Lidstaat stelt de secretaris-generaal op te nemen of te verwijderen van de lijn, bedoeld in § 1 ik 2. Rederijen en binnenvaart, bedoeld in § 1, het vormen van een verbinding tussen de lidstaten worden ingeschreven op de lijst pas na goedkeuring door de bevoegde staat; voor een dergelijke lijn schrapping van de lijst is voldoende kennis van deze door een van deze landen.

§ 4. De Secretaris-Generaal stelt alle lidstaten op een lijn toe te voegen aan de lijst of te verwijderen uit de lijst.

§ 5. Maritiem transport en de lijnen van de binnenvaart, bedoeld in § 1 en het verkeer op spoorwegen, bedoeld in § 2, vallen onder het Verdrag inzake het verstrijken van een maand, de datum van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal van de inschrijvingsdatum van het. Deze lijn is niet onderworpen aan het Verdrag na drie maanden na de datum van kennisgeving door de Secretaris-Generaal van de staking, behalve, het duurt voor het vervoer, volledig moeten worden uitgevoerd.

Tytuł IV. Financieren

Artikel 25.

Plan pracy. Begroting Financiële Afwikkeling. Verslag over de werkzaamheden

§ 1. Plan pracy, begroting en de financiële afwikkeling van de cover een periode van twee kalenderjaren.

§ 2. De organisatie publiceert een activiteitenverslag ten minste eenmaal per twee jaar.

§ 3. Op verzoek van de secretaris-generaal, De Administratieve Commissie stelt het totale bedrag van de uitgaven van de Organisatie voor elke begrotingsperiode.

Artikel 26.

Financiering van de uitgaven

§ 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van § 2 doen 4, Organisatie kosten die niet door andere inkomsten ten laste komen twee vijfde van de lidstaten op gedeelde bijdragen aan de Verenigde Naties, en met drie vijfde in verhouding tot de lengte van de spoorweginfrastructuur, een lijn van zee-en binnenvaart lijnen ingevoerd in overeenstemming met artikel. 24 § 1. Echter, rederijen en de binnenvaart slechts tellen voor de helft van hun lengte.

§ 2. Indien een lidstaat een voorbehoud maakt op grond van artikel. 1 § 6 Uniforme Regelen CIV of artikel. 1 § 6 De Uniforme Regelen CIM, deel van het land, bedoeld in § 1, wordt, als volgt:

een) in plaats van de totale lengte van de spoorweginfrastructuur op het grondgebied van die lidstaat, alleen rekening houdt met de spoorwegen die in overeenstemming met artikel. 24 § 2,

b) deel van de bijdrage door de Verenigde Naties wordt berekend in verhouding tot de lengte van de genoemde lijnen in overeenstemming met artikel. 24 § 1 ik 2, de totale lengte van de spoorweginfrastructuur op het grondgebied van die Staat en ging de lijn in overeenstemming met artikel. 24 § 1; Echter, kan de bijdrage ten minste 0,01%.

§ 3. Elke lidstaat mag niet minder zijn dan 0,25% en maximaal 15% uitgaven.

§ 4. Het Comite van Beheer:

een) Organisatie die taken zijn evenzeer van toepassing op alle lidstaten en de kosten gedragen door alle lidstaten volgens de regels, bedoeld in § 1,

b) Organisatie die slechts taken van toepassing zijn op bepaalde lidstaten en de kosten ten laste van de lidstaten gelden dezelfde regels. De bepalingen van § 3 is van overeenkomstige toepassing.

De bepalingen van dit artikel is niet van toepassing op. 4 § 3.

§ 5. Aandelen van de lidstaten van de Organisatie is verschuldigd in de vorm van een voorschot, te betalen in twee termijnen, niet later dan 31 Oktober van elk van de twee jaren van de begroting. Het voorschot wordt definitief bepaald op basis van het aandeel te betalen in twee jaar eerder.

§ 6. Door het indienen van de lidstaten verslag en de financiële afwikkeling, De Secretaris-Generaal stelt de uiteindelijke deelname van de twee voorafgaande kalenderjaren en het bedrag aan voorschotten voor twee opeenvolgende kalenderjaren.

§ 7. Na een dag 31 December van het jaar, die de Secretaris-Generaal een kennisgeving heeft gedaan, bedoeld in § 6, de verschuldigde bedragen voor de voorgaande twee kalenderjaren rente op tegen vijf procent per jaar. Indien een lidstaat niet betaalt de bijdrage meer dan een jaar vanaf die datum, zijn recht om te stemmen wordt opgeschort totdat ze voldoen aan betalingsverplichtingen. Na weer een periode van twee jaar, De Algemene Vergadering overweegt, de vraag of de houding van het land moet worden beschouwd als een stilzwijgende uiting van zal terugtrekken uit het Verdrag, en zo ja, bepaald eventueel, de effectieve datum van beëindiging.

§ 8. In het geval van beëindiging, bedoeld in § 7 of de artikelen. 41, alsmede in het geval van schorsing van het stemrecht, als bedoeld in artikel. 40 § 4 branden. b toe te schrijven aan bijdragen worden nog verschuldigde.

§ 9. Bedragen die niet betaald, komen ten laste van de Organisatie.

§ 10. Lidstaat opzegging van de overeenkomst, kunnen re-lidstaat voor toetreding tot het Verdrag, onder voorbehoud van terugbetaling van de schuld op zijn.

§ 11. De organisatie rekent een vergoeding ter dekking van kosten die voortvloeien uit specifieke activiteiten genoemd in artikel. 21 § 3 branden. j moet ik. In de gevallen bedoeld in artikel. 21 § 3 branden. JIK hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld door de Administratieve Commissie, de secretaris-generaal; in het geval bedoeld in artikel. 21 § 3 branden. de, als Kunst. 31 § 3.

Artikel 27.

Financiële controle

§ 1. Indien de Algemene Vergadering, op grond van artikel. 14 § 2 branden. anders k, financiële controle uitgevoerd door land van verblijf, overeenstemming met de bepalingen van dit artikel en onder voorbehoud van eventuele speciale begeleiding van het Comite van Beheer, verleend in overeenstemming met de voorschriften met betrekking tot financiën en boekhouding van de (kunst. 15 § 5 branden. en.

§ 2. Accountant controleert de financiën van de Organisatie, inclusief alle vertrouwen fondsen en speciale rekeningen, voor zover het nodig acht, te bepalen, of:

een) jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de boeken van de,

b) financiële transacties, die in de verslagen, is opgesteld in overeenstemming met de regels en voorschriften, budgettaire bepalingen en andere richtlijnen van de Organisatie,

c) effecten en contant geld in een bank of in de hand zijn geverifieerd op basis van het bewijs van deponering, rechtstreeks door de depositaris, of eigenlijk omgezet,

d) interne controles, inbegrip van de interne financiële controle, geschikt zijn,

en) Alle activa en passiva, maar ook overschotten en tekorten, zijn geboekt in overeenstemming met de, dat de accountant voldoende acht.

§ 3. Alleen de accountant heeft het recht om gehele of gedeeltelijke erkenning van de ontvangsten en de documenten die de secretaris-generaal. Eventueel, kan de accountant verricht onderzoek naar en een gedetailleerde inspectie van alle bewijsstukken met betrekking tot financiële verrichtingen of leveringen en het materiaal.

§ 4. Op elk moment van de accountant heeft vrije toegang tot alle boeken, boekhoudkundige documenten en andere informatie, dat zij nodig acht.

§ 5. Accountant heeft geen recht op de verschillende financiële activiteiten af ​​te wijzen, Echter, zal hij onmiddellijk aan de secretaris-generaal op een operatie, de juistheid of de wenselijkheid van het lijkt twijfelachtig, zodat de secretaris de gelegenheid gehad om actie te ondernemen.

§ 6. Auditor cadeautjes en ondertekenen de verklaring over de jaarrekening, De volgende: Ik de rekeningen van de Organisatie gecontroleerd voor het boekjaar, die eindigde op 31 December… Verificatie omvatte een algemene analyse van de boekhoudkundige methodes en de controle van de financiële-en andere documenten, te controleren of onder de omstandigheden vond ik het nodig. Afhankelijk van de omstandigheden, de bovenstaande verklaring zegt, dat:

een) financiële staten naar behoren rekening met de financiële positie van de verslagperiode;, alsmede de resultaten van tijdens de periode, eindigde op die datum,

b) jaarrekening is opgesteld op basis van waarderingsgrondslagen, toepasselijke financiële regels kwamen overeen met die, die zijn goedgekeurd in de vorige budgetperiode,

c) toepasselijke financiële regels kwamen overeen met die, die zijn goedgekeurd in de vorige budgetperiode,

d) financiële operaties werden uitgevoerd in overeenstemming met de regels en voorschriften, budgettaire bepalingen en andere richtlijnen van de Organisatie.

§ 7. Het rapport, uit financiële transacties, de auditor:

een) aard en omvang van de controlewerkzaamheden,

b) elementen die verband houden met de eis van de volledigheid of juistheid van de rekeningen, Met de juiste:

1. informatie die nodig is voor een juiste interpretatie en evaluatie van de rekeningen,

2. alle bedragen, te nemen, maar niet zijn bijgeschreven op uw rekening,

3. elk bedrag onder voorbehoud van normale of voorwaardelijke verplichting tot betaling, die niet zijn opgenomen of werden niet opgenomen in de jaarrekening,

4. kosten, waarvoor geen adequate boekhouding,

5. Informatie, de vraag of de boekhouding wordt uitgevoerd in goede en behoorlijke vorm; aandacht besteden aan de zaken, waarin de presentatie van de jaarrekening afwijkt van de algemeen bekende en toegepaste grondslagen;

c) andere zaken, waaraan aandacht moet worden besteed aan de Administratieve Commissie, bij voorbeeld:

1. gevallen van fraude of vermoeden van fraude,

2. wanbeheer of misbruik van fondsen of andere activa van de organisatie (zelfs wanneer de rekeningen voor de operatie werden goed uitgevoerd),

3. kosten, die ertoe kunnen leiden aanzienlijke stijging van de toekomstige kosten voor de Organisatie,

4. alle algemene en bijzondere defect in het besturingssysteem van de ontvangsten en uitgaven of van de voorraden en apparatuur,

5. kosten, niet in overeenstemming met de bedoelingen van het Comite van Beheer, rekening houdend met de veranderingen als gevolg van goed uitgevoerde transfers binnen de begroting,

6. te veel geld uitgeven, rekening houdend met de veranderingen als gevolg van goed uitgevoerde transfers binnen de begroting,

7. niet conform de bestemming van de uitgaven, die werd goedgekeurd,

d) naleving of niet-naleving van de rekeningen voor de levering en apparatuur, geïdentificeerd aan de inventarisatie en controle van de rekeningen.

Ook, verslag kan tonen de activiteiten opgenomen in de vorige budgetperiode, en tot het punt waar nieuwe informatie of record operaties, die later moet worden gedaan in de begroting en die lijkt te zijn dat, moet vooraf op de hoogte van de Administratieve Commissie.

§ 8. Accountant kan niet anders te plaatsen in haar rapport kritiek, indien niet eerder toegestaan ​​om de secretaris-generaal om opheldering over de zaak.

§ 9. De conclusies van de controle door de accountant doet het Comite van Beheer en de secretaris-generaal. Het heeft ook het recht om relevante opmerkingen in te dienen met betrekking tot de jaarrekening van de secretaris-generaal.

§ 10. Bij, wanneer de auditor voerde slechts een algemene controle of niet adequaat is boekhouding, dienen er rekening mee dit feit in de verklaring en rapport, vermelding van de redenen voor hun commentaar, en de gevolgen hebben voor de financiële positie van bewerkingen voor het gestelde.

 

Tytuł V. Arbitrage

 

Artikel 28.

Competentie

§ 1. Geschillen tussen de lidstaten, die voortvloeien uit de interpretatie of toepassing van het Verdrag, , alsmede geschillen tussen de lidstaten en de Organisatie, voortvloeien uit de interpretatie of toepassing van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten, kan op verzoek van beide partijen ingediend voor de rechtbank. De partijen komen overeen een samenstelling van het scheidsgerecht en arbitrageprocedure.

§ 2. Andere geschillen die voortvloeien uit de interpretatie of toepassing van dit verdrag en andere verdragen door de Organisatie in overeenstemming met artikel. 2 § 2, indien niet in der minne geregeld of voorgelegd aan de rechter om oplossen van algemene, kunnen in onderling overleg tussen de betrokken partijen voorgelegd aan de rechtbank. Met betrekking tot de samenstelling van het scheidsgerecht en de arbitrageprocedure van toepassing op artikel. 29 doen 32.

§ 3. U kunt, ten tijde van de aanvraag voor toetreding tot het Verdrag, het recht voorbehouden niet toe te passen in zijn geheel of gedeeltelijk, de bepalingen van § 1 i § 2.

§ 4. Elke lidstaat, die een voorbehoud heeft gemaakt overeenkomstig § 3, kan te allen tijde ontslag uit de, de depositaris. Annulering van een reservering wordt van kracht na het verstrijken van een maand vanaf de datum van, waarin de depositaris stelt de andere lidstaten.

 

Artikel 29.

Overeenkomst tot arbitrage. Registratie

Partijen bij het geschil bevatten een overeenkomst tot arbitrage, met vermelding van:

een) het voorwerp,

b) Het Hof en de termijnen die aan een of meer arbiters te benoemen,

c) dorp gevestigd als de zetel van de rechtbank,

Overeenkomst tot arbitrage moet worden gegeven aan de secretaris-generaal verantwoordelijk voor de registratie.

Artikel 30.

Arbiters

§ 1. De secretaris-generaal legt aan en houdt een actuele lijst van arbiters. Elke lidstaat kan treden op de lijst twee van zijn onderdanen.

 

§ 2. Het scheidsgerecht zal bestaan ​​uit een, drie of vijf scheidsrechters, volgens het contract van compromis. Arbiters zijn geselecteerd uit de nog op de lijst, bedoeld in § 1. De, Compromis als de overeenkomst voorziet in vijf arbiters, elke partij kan kiezen een arbiter van buiten de lijst. Indien de overeenkomst voorziet in een arbiter compromissen, wordt gekozen in onderling overleg tussen de partijen. Als het compromis overeenkomst voorziet in drie of vijf scheidsrechters, dat elke partij kiest een of twee arbiters, die wijzen in onderlinge overeenstemming de derde of vijfde arbiter, die het voorzitterschap van het scheidsgerecht. Als je niet kan worden bereikt door de partijen het eens over de aanwijzing van een scheidsrechter of scheidsrechters geselecteerd onenigheid tussen de keuze van de derde of vijfde arbiter, benoemt de secretaris-generaal.

§ 3. De enige arbiter of de derde of vijfde arbiter hebben een andere nationaliteit dan de partijen bij het geschil, tenzij, dat beide partijen dezelfde nationaliteit hebben.

§ 4. Deelname aan de kwestie van een derde partij is niet van invloed op de samenstelling van het scheidsgerecht.

 

Artikel 31.

 

Procedure. Kosten

§ 1. Het scheidsgerecht beslist over de gevolgde procedure, met name, de volgende bepalingen:

een) tribunaal onderzoekt en oordeelt in zaken die op basis van de gegevens die door de partijen, zonder gebonden te zijn wanneer een besluit wordt geïnterpreteerd door deze partijen,

b) tribunaal kan niet toekennen iets meer of iets anders dan een, wat werd gevraagd in de conclusies van de eiser, of minder, dan de verweerder als gevolg van,

c) bewerkt tribunaal naar behoren gemotiveerde beslissing en lichten de partijen door de secretaris-generaal,

d) arbitrale uitspraak is definitief, Indien het recht van de plaats, die zit op de rechtbank anders beslist of als de partijen geen overeenstemming kunnen bereiken van het tegendeel uitspraak van de rechtbank.

§ 2. Het bedrag van de honoraria van de arbiters vast te stellen de secretaris-generaal.

§ 3. De arbitrale uitspraak bepaalt de kosten en uitgaven, en beslissen over de verdeling ervan tussen de partijen, evenals de verdeling van de honoraria van de arbiters tussen de partijen.

 

Artikel 32.

Beperking. Mogelijkheid

§ 1. Arbitrage is, in termen van onderbreking, tien co skutek, het effect door het materiële recht, van toepassing zijn op de procedure voor de gewone rechter.

§ 2. De beslissing van het scheidsgerecht wordt van kracht executive in elk van de lidstaten worden na de voltooiing van de formaliteiten die in de staat, waar de tenuitvoerlegging. Herziening van het geschil is niet ontvankelijk.

Tytuł VI. Wijziging van het Verdrag

Artikel 33.

Competentie

§ 1. De Secretaris-Generaal stelt de lidstaten van de voorstellen tot wijziging van het Verdrag, van de lidstaten ontvangen of die hij heeft ontwikkeld.

§ 2. De Algemene Vergadering beslist over voorstellen tot wijziging van het Verdrag in de gevallen die niet in § 4 doen 6.

§ 3. Op vertoon van haar voorstel aan de Algemene Vergadering te wijzigen kan met de meerderheid bepaald in artikel. 14 § 6, dat dit voorstel is nauw verwant aan een of meer bepalingen van de bijlagen bij het Verdrag. In dit geval, en in geval, bedoeld in § 4 doen 6, tweede zin, Algemene Vergadering heeft het recht om te besluiten deze bepaling of bepalingen te wijzigen.

§ 4. Onder voorbehoud van de beslissing van de Algemene Vergadering in overeenstemming met § 3 eerste zin, Het Auditcomite besluit over de voorstellen om de regels te veranderen te wijzigen:

een) kunst. 9 i kunst. 27 § 2 doen 10,

b) Uniforme Regelen CIV, met uitzondering van. 1, 2, 5, 6, 16, kunst. 26 doen 39, kunst. 41 doen 53 i kunst. 56 doen 60,

c) De Uniforme Regelen CIM, met uitzondering van. 1, 5, kunst. 6 § 1 ik 2, kunst. 8, 12, kunst. 13 § 2, kunst. 14, kunst. 15 § 2 ik 3, kunst. 19 § 6 ik 7, oraz kunst. 23 doen 27, kunst. 30 doen 33, kunst. 36 doen 41 i kunst. 44 doen 48,

d) Uniforme Regelen CUV, met uitzondering van. 1, 4, 5 i kunst. 7 doen 12,

en) Uniforme Regelen Cul, met uitzondering van. 1, 2, 4, kunst. 8 doen 15, kunst. 17 doen 19, kunst. 21, kunst. 23 doen 25,

f) Uniforme Regelen APTU, met uitzondering van. 1, 3, kunst. 9 doen 11 en de bijlagen bij deze Uniforme Regelen,

g) ATMF Uniforme Regelen, met uitzondering van. 1, 3 i kunst. 9.

Indien de ingediende voorstellen tot wijziging van de regelgeving onder de bevoegdheid van het Audit Committee in overeenstemming met de alinea. een doe-g, derde landen vertegenwoordigd in het Comite kan verzoeken, dat deze voorstellen zijn ter beslissing voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

§ 5. Wat betreft het voorstel tot wijziging van het Reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen (RID) RID Commissie van Deskundigen beslist. De, derde landen vertegenwoordigd in het Comite kan verzoeken, dat deze voorstellen zijn ter beslissing voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

§ 6. Wat betreft het voorstel tot wijziging van de bijlagen bij de Uniforme Regelen APTU door de Commissie van technisch deskundigen. Echter, een derde van de landen die vertegenwoordigd zijn in het Comite te vragen, dat deze voorstellen zijn ter beslissing voorgelegd aan de Algemene Vergadering.

 

Artikel 34.

De bepalingen van de Algemene Vergadering

§ 1. De Secretaris-Generaal stelt de lidstaten van de wijziging aangenomen door de Algemene Vergadering.

§ 2. Wijzigingen in de bepalingen van het Verdrag zelf, aangenomen door de Algemene Vergadering, treedt in werking twaalf maanden na de datum van de goedkeuring door tweederde van de lidstaten. De wijzigingen treden in werking voor alle lidstaten, met uitzondering van de landen, die vóór de inwerkingtreding van een verklaring ingevolge, die niet goed te keuren van deze veranderingen.

§ 3. Wijzigingen in de bijlagen bij het Verdrag, aangenomen door de Algemene Vergadering, treedt in werking twaalf maanden na de datum van de goedkeuring door de helft van de lidstaten, nog niet ingediend, een verklaring, als bedoeld in artikel. 42 § 1, eerste zin. De wijzigingen treden in werking voor alle lidstaten, met uitzondering van de landen, die vóór de inwerkingtreding van een verklaring ingevolge, die niet goed te keuren van deze veranderingen, en met uitzondering van de landen, die er een, als bedoeld in artikel. 42 § 1, eerste zin.

§ 4. De lidstaten stellen de secretaris-generaal om amendementen goed te keuren van het Verdrag aangenomen door de Algemene Vergadering, alsmede hun verklaring, volgens welke niet goedkeuren van deze veranderingen. De Secretaris-Generaal stelt de andere lidstaten dit.

§ 5. Periode, bedoeld in § 2 ik 3 loopt vanaf de datum van kennisgeving aan de Secretaris-Generaal met vermelding van, die zijn uitgevoerd aan de voorwaarden voor de inwerkingtreding van de wijzigingen.

§ 6. Op het moment van de wijziging van de Algemene Vergadering kan besluiten, dat de verandering zo belangrijk, dat elke lidstaat, dat maakt een statement, bedoeld in § 2 lub § 3 en heeft een wijziging in een periode van achttien maanden niet goed te keuren na de datum van de inwerkingtreding van het staakt, het verstrijken van die periode, een lidstaat van de.

§ 7. Als de beslissingen van de Algemene Vergadering zijn de bijlagen bij het Verdrag, het gebruik van de bijlage in de transport en tussen de lidstaten, in overeenstemming met § 3 tijdig ingediend, een verklaring, volgens welke niet goedkeuren van deze veranderingen, volledig geschorst vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit. De Secretaris-Generaal stelt de opschorting van de lidstaten. De schorsing vervalt na een maand vanaf de datum van, waarop de secretaris-generaal op de hoogte van de andere lidstaten van de intrekking van de oppositie.

 

Artikel 35.

De bepalingen van de commissie

§ 1. De Secretaris-Generaal stelt de lidstaten van de wijzigingen van het Verdrag door de Commissie aangenomen.

§ 2. Wijzigingen in de bepalingen van het Verdrag zelf, goedgekeurd door de Audit Commissie, in werking voor alle lidstaten op de eerste dag van de twaalfde maand volgend op de maand, waarop de secretaris-generaal deelt de Lid-Staten. De lidstaten kunnen bezwaar aantekenen binnen vier maanden na de datum van kennisgeving. In het geval van verzet van een kwart van de lidstaten, verandering zal niet in werking. Indien een lidstaat dient een bezwaar tegen het besluit van de Audit Commissie binnen vier maanden, en opzeggen van het Verdrag, opzegging wordt van kracht op de datum vastgesteld voor de inwerkingtreding van dat besluit.

§ 3. Wijzigingen in de bijlagen bij het Verdrag, goedgekeurd door de Audit Commissie, in werking voor alle lidstaten, eerste dag van de twaalfde maand volgend op de maand, waarop de secretaris-generaal deelt de Lid-Staten. Amendementen die door het RID-deskundigen of van de Commissie van technisch deskundigen treedt in werking voor alle lidstaten op de eerste dag van de zesde maand volgend op de maand, waarop de secretaris-generaal deelt de Lid-Staten.

§ 4. De lidstaten kunnen bezwaren binnen vier maanden na de datum van kennisgeving, bedoeld in § 3. In het geval van verzet van een kwart van de lidstaten, wordt deze wijziging niet in werking. Het gebruik van een bijlage in het vervoer en tussen de lidstaten, die te zijner tijd gemaakt tegen het besluit wordt opgeschort in zijn geheel vanaf de inwerkingtreding van het besluit. De, in het geval van een bezwaar tegen de goedkeuring van de technische normen of het aannemen van eenvormige technische voorschriften, worden geschorst dan door hun gebruik in het vervoer en tussen de lidstaten van de inwerkingtreding van het besluit, Deze bepalingen zijn van toepassing op de bezwaren van de beslissing.

§ 5. De Secretaris-Generaal stelt de lidstaten van de ophanging, bedoeld in § 4; schorsing vervalt na een maand na de datum waarop de secretaris-generaal op de hoogte van de andere lidstaten van de intrekking van de oppositie.

§ 6. Bij het bepalen van het aantal bezwaar op grond van § 2 ik 4 geen rekening met de lidstaten, die:

een) hebben geen stemrecht (kunst. 14 § 5, kunst. 26 § 7 lub kunst. 40 § 4),

b) zijn geen lid van de Commissie (kunst. 16 § 1, De tweede zin),

c) een verklaring op grond van artikel. 9 § 1 Uniforme Regelen APTU.

 

Tytuł VII. Slotbepalingen

 

Artikel 36.

Depositaris

§ 1. De secretaris-generaal is de depositaris van dit verdrag. Zijn functies als depositaris worden opgesomd in deel VII van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht van 23 Mei 1969 jaar.

§ 2. In het geval van een discrepantie tussen een lidstaat en de bewaarder voor de uitoefening van zijn functies, bewaarder of de bevoegde Lid-Staat de zaak voor aan de andere lidstaten of, indien nodig, onderwerpen aan de beslissing van het Comite van Beheer.

 

Artikel 37.

Toetreding tot het Verdrag

§ 1. Het Verdrag staat open voor toetreding door elke Staat, het grondgebied waarvan de spoorweginfrastructuur wordt geëxploiteerd.

§ 2. Staat die toe te treden tot het Verdrag geeft het verzoek aan de depositaris. De depositaris zendt het aan de lidstaten.

§ 3. Het voorstel is definitief vastgesteld na drie maanden vanaf de datum van de kennisgeving, bedoeld in § 2, Als vijf van de lidstaten heeft geen bezwaar tegen de depositaris. De depositaris stelt de kandidaat-lidstaat onverwijld voor toetreding, en de lidstaten. De toetreding treedt in werking op de eerste dag van de derde maand, van de maand, waarin melding.

§ 4. In het geval van oppositie, ten minste vijf lidstaten in het kader, bedoeld in § 3, aanvraag om toetreding dienen te worden voorgelegd ter beslissing aan de Algemene Vergadering.

§ 5. Behoudens de artikelen. 42, Elke toetreding tot het verdrag kan alleen betrekking hebben op het Verdrag in de versie die gold ten tijde van, de toetreding van kracht wordt.

 

Artikel 38.

De toetreding van de regionale organisaties voor economische integratie

§ 1. Het Verdrag staat open voor toetreding door regionale organisaties voor economische integratie met expertise op het reglement haar eigen wetgeving binden hun leden in aangelegenheden die onder dit Verdrag en waarvan de leden een of meer lidstaten. De voorwaarden voor de toetreding wordt vermeld in het contract tussen de Autoriteit en een regionale organisatie.

§ 2. Regionale Organisatie recht kunnen uitoefenen, ter beschikking van zijn leden onder de Conventie, voor zover deze het gevolg zijn van haar bevoegdheid. Dit geldt ook voor verplichtingen uit hoofde van het Verdrag inzake de lidstaten, met uitzondering van de financiële verplichtingen, als bedoeld in artikel. 26.

§ 3. Om stemrecht en het recht om bezwaar te oefenen, als bedoeld in artikel. 35 § 2 ik 4, regionale organisatie heeft een aantal stemmen gelijk aan het aantal van haar leden lidstaten van de Organisatie. Deze laatste hun rechten kunnen uitoefenen, en in het bijzonder het recht om te stemmen, alleen voor zover toegestaan ​​op grond van § 2. Regionale organisatie heeft niet het recht om te stemmen over aangelegenheden die onder titel IV.

§ 4. Artikel 41 zijn van toepassing op de beëindiging van de toetreding.

 

Artikel 39.

Geassocieerde leden

§ 1. Elke lidstaat, het grondgebied waarvan de spoorweginfrastructuur wordt geëxploiteerd, kan een geassocieerd lid van de Organisatie. Kunst. 37 § 2 doen 5 is van overeenkomstige toepassing.

§ 2. Een geassocieerd lid kan bijwonen, slechts een adviserende, in de werkzaamheden van de organen, bedoeld in artikel. 13 § 1 branden. a i c Ga op f. Een geassocieerd lid kan worden benoemd als lid van het Comite van Beheer. Het heeft betrekking op de kosten van de Organisatie van 0,25% totale bedrag van de bijdragen (kunst. 26 § 3).

§ 3. Kunst. 41 zijn van toepassing op de beëindiging van een Associate Member.

Artikel 40.

Schorsing van het lidmaatschap

§ 1. Een lidstaat kan om, zonder voorafgaande kennisgeving van het Verdrag, het lidmaatschap van de Organisatie te schorten, zo niet gedaan een internationaal spoorvervoer op zijn grondgebied om redenen onafhankelijk van de staat.

§ 2. Het Comite van Beheer beslist over het verzoek om schorsing van het lidmaatschap. De toepassing bestaat uit de secretaris-generaal uiterlijk drie maanden vóór de vergadering van het comite.

§ 3. Schorsing van het lidmaatschap treedt in werking op de eerste dag van de maand, na de datum, waarop de secretaris-generaal van lidstaten op de hoogte van de beslissing van het Comite van Beheer. Schorsing van het lidmaatschap vervalt na kennisgeving door de lidstaten op zijn grondgebied internationaal vervoer per spoor te herstellen. De Secretaris-Generaal stelt de overige Lid-Staten.

§ 4. Schorsing van het lidmaatschap zal:

een) vrijstelling van de verplichting van de lidstaten deelname aan de financiering van de uitgaven van de Organisatie,

b) schorsing van het stemrecht in de organen van de Organisatie,

c) opschorting van het recht van bezwaar op grond van artikel. 34 § 2 ik 3 oraz kunst. 35 § 2 ik 4.

Artikel 41.

Opzegging van het Verdrag

§ 1. Verdrag kan worden opgezegd op elk moment.

§ 2. Iedere lidstaat die zich terug te trekken uit het Verdrag stelt de depositaris. De opzegging wordt van kracht op 31 December volgend jaar.

Artikel 42.

Verklaringen en voorbehouden bij het Verdrag

§ 1. Elke lidstaat kan verklaren, allen tijde, dat het niet zal onverkort van toepassing zijn een aantal van de bijlagen bij het verdrag. Anders, reserveringen, en verklaringen van sommige bepalingen van het Verdrag of de bijlagen van toepassing zijn slechts toegestaan ​​indien, wanneer dergelijke bezwaren of voorstellingen worden uitdrukkelijk in deze bepalingen.

§ 2. Reserveren of verklaringen worden ter kennis gebracht van de depositaris. Zij worden definitief na de inwerkingtreding van het Verdrag voor die Staat. Iedere verklaring die na de inwerkingtreding ervan treden in werking per 31 December van het jaar volgend op het jaar, waarin de vermelding. De depositaris stelt de Lid-Staten.

 

Artikel 43.

De oplossing van het

§ 1. De Algemene Vergadering kan besluiten tot de Organisatie en haar bevoegdheden overgedragen aan een andere intergouvernementele organisatie te beëindigen, eventueel, waarin de voorwaarden voor deze organisatie.

§ 2. In geval van beëindiging van de, haar eigendom is verdeeld over de lidstaten, Leden van de laatste vijf opeenvolgende kalenderjaren die voorafgaan aan de, bedoeld in § 1. Het huis is verdeeld in verhouding tot de gemiddelde percentage, die de lidstaten wpłacały van de Organisatie voor de afgelopen vijf jaar.

Artikel 44.

Overgangsbepalingen

Bij, als bedoeld in artikel. 34 § 7, kunst. 35 § 4, kunst. 41 § 1 i kunst. 42, recht dat van toepassing op het moment van sluiten van overeenkomsten in overeenstemming met de Uniforme Regelen CIV, Uniforme Regelen CIM, Uniforme Regelen CUL en de Uniforme Regelen CUV, van toepassing op bestaande contracten.

Artikel 45.

De teksten van het Verdrag

§ 1. Verdrag is opgesteld in: Frans, Duits en Engels. In geval van tegenstrijdigheden prevaleert alleen de Franse tekst.

§ 2. Op verzoek van een van de betrokken landen, De organisatie dient een officiële vertaling van het verdrag in andere talen, Als een van deze talen is de officiële taal op het grondgebied van ten minste twee lidstaten. Vertalingen worden ontwikkeld in samenwerking met de bevoegde diensten van de lidstaten.

 

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF)

Artikel 1.

Gerechtelijke immuniteit, en handhavingsactiviteiten

§ 1. Als onderdeel van haar officiële werkzaamheden van de Organisatie genieten immuniteit van geschillen en handhaving, behalve in de volgende gevallen:

een) als de organisatie afstand doet uitdrukkelijk een dergelijke immuniteit in een bijzonder geval,

b) in geval van civiele procedures die door een derde partij,

c) bij een tegenvordering, direct verband houden met die aanhangig zijn gemaakt door de belangrijkste beroep van de Organisatie,

d) lonen in het geval van een bijlage, salarissen en andere betalingen die verschuldigd zijn van de Organisatie van het personeel, zoals voorgeschreven door een gerechtelijk bevel.

§ 2. En geluk, eigendom zijn van de Organisatie, waar ze ook waren, genieten immuniteit tegen elke vorm van vordering, confiscatie, opslag en andere vormen van beslaglegging of dwang, behalve, waar de tijd die nodig is om ongevallen te voorkomen, met betrekking tot motorrijtuigen die eigendom zijn van de organisatie of die namens haar optreedt en in de gevallen, die vereist dat het onderzoek, ongevallen veroorzaakt door de hierboven.

Artikel 2.

Bescherming tegen onteigening

Indien onteigening nodig is in het algemeen belang, moet alle redelijke maatregelen nemen om dit te voorkomen, tot onteigening werd een belemmering voor de uitoefening van de Organisatie. Er moet ook een vergoeding betaald van te voren, snel en een geschikte hoeveelheid.

Artikel 3.

Vrijstelling van belastingen

§ 1. Elke lidstaat vrijgestelde organisatie, haar vermogen en inkomsten uit de betaling van directe belastingen, als onderdeel van haar officiële werkzaamheden. Als u aankopen doen of gebruik maken van de diensten van aanzienlijke waarde, noodzakelijk voor de uitvoering van officiële zaken door de Organisatie, en wanneer de prijs van deze aankopen of diensten inclusief belastingen of toeslagen, De lidstaten geven, telkens, waar mogelijk, passende maatregelen om de organisatie los te maken van deze belastingen of heffingen of om de bedragen terug te vorderen in het bedrag gelijk aan de.

§ 2. Niet worden alle verleende vrijstelling van belastingen en andere heffingen die alleen worden betaald voor bewezen diensten.

§ 3. Goederen verkregen in overeenstemming met § 1 niet verkocht, doorverkocht of op andere wijze dan gebruikt onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de lidstaten vastgestelde, die een vrijstelling.

Artikel 4.

Vrijstelling van belasting

§ 1. Goederen die worden ingevoerd of uitgevoerd door de Organisatie en strikt noodzakelijk is om haar officiële taken uit te voeren zijn vrijgesteld van alle belastingen en rechten die bij invoer of uitvoer.

§ 2. Er zijn geen vrijstellingen krachtens dit artikel toegekende, in verband met de aankoop en import van goederen of diensten, ontworpen voor de behoeften van het personeel van de Organisatie.

§ 3. Kunst. 3 § 3 is van overeenkomstige toepassing op goederen die worden ingevoerd in overeenstemming met § 1.

Artikel 5.

Handelingen van

De officiële activiteiten van de Organisatie, in de zin van dit Protocol, de volgende doeleinden, als bedoeld in artikel. 2 Conventie.

Artikel 6.

Deviezentransacties

De organisatie kan ontvangen en bewaren alle fondsen, valuta, contant geld of effecten. Het kan vrijelijk beschikken voor alle doeleinden voorzien in het Verdrag, en kan de rekeningen in een munt in de mate die nodig zijn om de verplichtingen na te.

Artikel 7.

Verstrekken van informatie

In termen van de officiële informatie-uitwisseling en overdracht van al haar documenten, Organisatie de behandeling ten minste gelijk aan die, genoten door andere vergelijkbare internationale organisaties van elke lidstaat.

Artikel 8.

Voorrechten en immuniteiten van de vertegenwoordigers van

Vertegenwoordigers van de lidstaten te genieten in de loop van hun ambt en op hun missie de volgende voorrechten en immuniteiten op het grondgebied van elke lidstaat:

een) gerechtelijke immuniteit, ook na beëindiging, voor handelingen, met inbegrip van verklaringen in woord en geschrift, begaan in de uitoefening van hun taken; Deze immuniteit is niet langer indien de schade als gevolg van een ongeval veroorzaakt door een motorvoertuig of enig ander middel van vervoer in handen van de vertegenwoordiger van de staat of die door hem of in geval van overtreding van de verkeersregels met betrekking tot de bovengenoemde middelen van vervoer,

b) immuniteit van de immuniteit en de vrijstelling van detentie, behalve op heterdaad betrapt,

c) onschendbaarheid van persoonlijke bagage, met uitzondering op heterdaad betrapt,

d) onschendbaarheid van alle officiële papieren en documenten,

en) uitzonderingen voor zichzelf en hun echtgenoten van alle formaliteiten controle en registratie van buitenlanders,

f) dezelfde faciliteiten voor de levering van monetaire of wisselkoersbeleid, zijn beschikbaar voor vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen, als een tijdelijke officiële zending.

Artikel 9.

De voorrechten en immuniteiten van de leden van het personeel van de Organisatie

Medewerkers van de Organisatie geniet op de uitoefening van zijn functie de volgende voorrechten en immuniteiten op het grondgebied van elke lidstaat:

een) gerechtelijke immuniteit voor handelingen, met inbegrip van verklaringen in woord en geschrift, zich tijdens de dienst en de taak mich; Deze immuniteit is niet langer als, schade als gevolg van een ongeval veroorzaakt door een motorvoertuig of enig ander middel van vervoer in handen van een medewerker van de organisatie of door de run of in geval van overtreding van de verkeersregels met betrekking tot de bovengenoemde middelen van vervoer; medewerkers profiteren van deze immuniteit, zelfs nadat ze zijn werkzaam in de organisatie,

b) onschendbaarheid van alle officiële papieren en documenten,

c) dezelfde vrijstellingen van voorschriften die de immigratie beperken en voor vreemdelingen te bekijken, hoe te, die normaliter wordt toegekend aan personeelsleden van internationale organisaties; dezelfde faciliteiten gebruikt door familieleden van medewerkers blijven met hen in hetzelfde huishouden,

d) vrijstelling van nationale inkomstenbelasting lasten, onder voorbehoud van de invoering van de binnenlandse belasting in de Organisatie salarissen, lonen en andere beloningen, betaald door de Organisatie; Niettemin zijn de lidstaten hebben de mogelijkheid van de salarissen, lonen en salarissen bij de berekening van de belastingen op inkomsten uit andere bronnen; De lidstaten zijn niet verplicht om deze belastingkredieten en pensioenen en overlevingspensioenen ten laste van de Organisatie voor voormalige werknemers en andere personen die bevoegd zijn om ze te gebruiken,

en) voor de levering van buitenlandse valuta hebben dezelfde voorrechten, meestal genoten door ambtenaren van internationale organisaties,

f) in tijden van internationale crisis, zowel de werknemers, en hun gezinsleden, blijven met hen in hetzelfde huishouden, hebben dezelfde faciliteiten voor repatriëring, meestal genoten door ambtenaren van internationale organisaties.

Artikel 10.

Voorrechten en immuniteiten van deskundigen

Deskundigen die door de Organisatie voor gebruik in de uitoefening van zijn functie met de organisatie of om bepaalde taken uit te voeren voor de volgende voorrechten en immuniteiten, indien zij noodzakelijk zijn om de taken uit te voeren, inclusief verplaatsingen in de vervulling van hun taken of tijdens de delegaties:

een) gerechtelijke immuniteit voor handelingen, met inbegrip van verklaringen in woord en geschrift, gepleegd door hen bij de vervulling van hun; Deze immuniteit is niet langer indien de schade als gevolg van een ongeval veroorzaakt door een motorvoertuig of enig ander middel van vervoer in handen van de examinator of uitgevoerd door hem of in geval van overtreding van de verkeersregels met betrekking tot de bovengenoemde middelen van vervoer; Experts genieten van deze immuniteit, zelfs na de beëindiging van hun functies aan de Organisatie,

b) onschendbaarheid van alle officiële papieren en documenten,

c) het vergemakkelijken van de wisselkoersen, nodig is om hun salaris over te dragen,

d) dezelfde faciliteiten met betrekking tot persoonlijke bagage, zijn beschikbaar voor vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen, als een tijdelijke officiële zending.

Artikel 11.

Doel van de verleende voorrechten en immuniteiten

§ 1. De voorrechten en immuniteiten bepaald in dit Protocol zijn vastgesteld alleen aan te bieden, in alle omstandigheden, de vrije werking van de Organisatie en de volledige onafhankelijkheid van, waarin ze worden toegekend. De bevoegde autoriteit tot afschaffing van alle immuniteit in alle gevallen, waar hun gedrag zouden kunnen interfereren met de administratie van justitie en in die immuniteit afstand kan worden gedaan zonder afbreuk te doen aan de doelstelling, dat is verleend.

§ 2. De bevoegde autoriteiten in overeenstemming met § 1 zijn:

een) De lidstaten, in relatie tot hun vertegenwoordigers,

b) Comite van Beheer, voor de secretaris-generaal,

c) De secretaris-generaal, ten opzichte van andere werknemers en deskundigen die door de Organisatie.

Artikel 12.

Het voorkomen van misbruik

§ 1. Niets in dit protocol doet geen afbreuk aan dat door elke lidstaat het recht om alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te nemen in het belang van de openbare veiligheid.

§ 2. De organisatie werkt samen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te vergemakkelijken van de goede rechtsbedeling te, de naleving van wet-en regelgeving van de respectieve lidstaten en tegen eventueel misbruik van de voorrechten en immuniteiten bedoeld in dit Protocol te voorkomen.

Artikel 13.

De behandeling van de onderdanen

Geen enkele lidstaat is niet verplicht om de voorrechten en immuniteiten die in dit protocol toe te kennen:

een) W Art. 8, met uitzondering van punt. d),

b) W Art. 9, met uitzondering van punt. een), b) i D),

c) W Art. 10, met uitzondering van punt. een) i b),

hun eigen onderdanen of aan personen die in die staat.

Artikel 14.

Aanvullende overeenkomsten

De Organisatie kan met een of meer lidstaten aanvullende overeenkomsten voor de toepassing van dit protocol ten aanzien van een lidstaat of lidstaten, en andere overeenkomsten om de goede werking van de Organisatie te verzekeren.

Appendix A. Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst van internationaal vervoer van passagiers per spoor (CIV)
Bijlage B. Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst van internationaal vervoer van goederen per spoor (CIM)
Bijlage C. Reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen (RID)
Bijlage D. Uniforme regels inzake contracten voor het gebruik van voertuigen in het internationale spoorwegverkeer (CUV)
Bijlage E. Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst inzake het gebruik van de infrastructuur in het internationale spoorwegverkeer (IN)
Bijlage F. Uniforme Regelen betreffende de verbindendverklaring van technische normen en het aannemen van eenvormige technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in het internationale verkeer (APTU)
Bijlage G. Uniforme Regelen betreffende de technische toelating van spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in het internationale verkeer (ATMF)